Wiskundemeisjes

Ionica & Jeanine
 
Slik Internetbureau Rotterdam Internetbureau Rotterdam



  • Laatste Reacties

Categorieën

Archief

Wiskundegrappen


In Column, door Jeanine

Deze column verscheen in de Volkskrant van 12 september.

In de wiskundewereld bestaat een wat apart gevoel voor humor. Grappen met wiskundigen als onderwerp worden juist vaak door wiskundigen zelf verteld. Meestal wordt in zo’n grap een wiskundige vergeleken met andere wetenschappers, en altijd blijkt de wiskundige het raarst te zijn. Blijkbaar zijn we stiekem een beetje trots op onze eigenaardigheden. Of bijzonder goed in zelfspot. Een voorbeeld:

Een natuurkundige, een wiskundige en een logicus reizen door Schotland met de trein, en ze zien een zwart schaap in een wei staan. De natuurkundige zegt: “Hé, de schapen in Schotland zijn zwart!” “Nee,” zegt de wiskundige, “je bedoelt: er is minstens één zwart schaap in Schotland.” “Nou,” zegt de logicus, “we weten alleen dat er minstens één schaap in Schotland is dat aan minstens één kant zwart is.”

zwartschaap

(Dit zwarte schaap komt uit het leuke spel Paniek in de wei.)

Zijn de wiskundigen in het algemeen pietjes precies, de logici zijn blijkbaar nog een graadje erger. In de wiskunde is het inderdaad gevaarlijk om een algemene conclusie te trekken uit een enkel voorbeeld, maar in het dagelijks leven is het best handig om dat toch af en toe te doen.

Een andere wiskundemop: twee wiskundigen zitten in een restaurant. De ene moppert over de domheid van de gemiddelde mens, terwijl de ander vindt dat dat wel meevalt, en hij wil graag gelijk krijgen. Op het moment dat de eerste naar de wc is, zegt hij tegen de serveerster: “Als ik je zometeen iets vraag, moet je antwoorden: \(\).” Als de pessimist weer terug is, vraagt de ander aan de serveerster: “Wat is de primitieve van \(\)?” Waarop de serveerster antwoordt: “\(\)”. En terwijl ze wegloopt: “Plus een constante.”

waitress

Deze mop laat vooral de arrogantie van wiskundigen ten opzichte van de rest van de wereld zien. Zelfs de optimistische wiskundige gaat ervan uit dat de serveerster geen gevorderde wiskunde kent, maar hij wordt mooi op zijn nummer gezet: de serveerster geeft een nog correcter antwoord dan hij haar had ingefluisterd!

Maar mijn favoriete grap is deze. Een bioloog, een natuurkundige en een wiskundige staan een tijdje voor een huis. In die tijd gaan er twee mensen naar binnen en komen er drie naar buiten. De bioloog zegt: “Nou, dat lijkt me een duidelijk geval van voortplanting!” De natuurkundige zegt: “Ik denk dat het een meetfout is.” En de wiskundige zegt: “Als er nu nog iemand naar binnen gaat, is het huis weer leeg!”

Wiskundigen doen namelijk niet moeilijk over negatieve aantallen. Zoals natuurkundigen soms geplaagd worden met hun afhankelijkheid van metingen en de onnauwkeurigheden daarvan, zo worden wiskundigen belachelijk gemaakt om al hun zelfbedachte concepten, zoals negatieve getallen, die niet direct iets met de werkelijkheid te maken lijken te hebben.

Maar deze grap wijst bovendien nog eens op de neiging die wiskundigen soms vertonen om hun wiskundige gedachtepatroon toe te passen op het dagelijkse leven. En dat doen ze ook echt: een collega antwoordt op de vraag of hij koffie of thee wil steevast alleen “ja”. Het is een correct antwoord, maar weinig effectief, en vrienden maken doe je er niet mee.