Wiskundemeisjes

Ionica & Jeanine
 
Slik Internetbureau Rotterdam Internetbureau Rotterdam



  • Laatste Reacties

Categorieën

Archief

Heimwee naar een tijd die ik niet ken


In Column, door Jeanine

Deze column verscheen in de Volkskrant van 10 oktober.

“Want ik heb heimwee naar een tijd die ik niet ken. En ik weet zeker dat ik in de foute eeuw geboren ben. 'k Wil draven door de velden. 'k Wil meedoen met de helden,” hoorde ik Guus Meeuwis laatst zingen. “'k Wil wonen op een groot en machtig slot. En getroffen worden door een kogelschot. Want in deze tijd verveel ik me kapot.”

kasteel

Nou denk ik helemaal niet dat ik in de foute eeuw geboren ben. Er is nauwelijks een betere eeuw geweest om geboren te worden, zeker als een in wetenschap geïnteresseerde vrouw. En een kogelschot lijkt me ook niet echt een pretje. Maar ik vroeg me wel af: wat zou als wiskundige nou eigenlijk de spannendste eeuw zijn geweest om in te leven?

Niet deze. Niet alleen is het in onze tijd onmogelijk om een uomo universale te zijn, het is zelfs onmogelijk om de hele wiskunde te overzien, en er zijn maar weinig wiskundigen die aan de top staan van meer dan één wiskundig deelgebied. En dat is jammer, want al die verschillende vakgebieden hebben elkaar ook van alles te bieden. Dus als wiskundige zou ik liever in een eeuw geboren zijn waarin de hele wiskunde binnen een mensenleven nog een beetje behapbaar was, en er nog meer fundamenteels te ontdekken was.

Die ideale eeuw ligt zeker ook niet in de door Guus Meeuwis bezongen middeleeuwen, niet in onze regionen tenminste. In het Islamitische Midden-Oosten misschien wel. Terwijl onze ridders en helden elkaar aan hun lans regen, en terwijl onze monniken baden en met een beetje geluk wat wiskunde onderwezen op de kloosterscholen of uitrekenden wanneer het Pasen was, vertaalden de wetenschappers in de Islamitische wereld de belangrijkste teksten van de Griekse oudheid in het Arabisch, waardoor een groot deel voor ons bewaard gebleven is, en ontwikkelden ze zelf indrukwekkende nieuwe wiskunde.

Om wat dichter bij huis te blijven: ik denk dat het Nederland van de zeventiende eeuw een goede kandidaat is. Onze zeventiende eeuw wordt natuurlijk niet voor niets de Gouden Eeuw genoemd. Er heerste voorspoed in de Republiek. En ook voor wiskundigen was het hier goed toeven: Descartes bracht zijn controversiële werken hier uit, want hier was vrijheid.

Ook Christiaan Huygens, Willebrord Snellius, Ludolph van Ceulen en Frans van Schooten Jr. waren creatieve wiskundigen. En spannend was het ook! Er heerste een sterk polemische cultuur. In pamfletten en andere teksten daagde men elkaar uit tot het oplossen van problemen, en bluf en grootspraak waren daarbij niet van de lucht, net zoals snedige geschriften waarin de al dan niet foutieve oplossingen van anderen subtiel of minder subtiel werden afgekraakt. Voer voor de wetenschapshistorici van nu!

De wiskundigen uit de zeventiende eeuw voldoen ook nog eens min of meer aan de dromen van Guus Meeuwis: Snellius dwaalde door de velden rond Leiden voor zijn landmetingen, Descartes woonde op een kasteeltje in Oegstgeest, en Jan de Witt, die behalve staatsman ook een begenadigd wiskundige was, kwam na de bekende lynchpartij om het leven door een nekschot.