Wiskundemeisjes

Ionica & Jeanine
 
Slik Internetbureau Rotterdam Internetbureau Rotterdam



  • Laatste Reacties

Categorieën

Archief

29-11-2011

Deze column verscheen zaterdag in de Volkskrant.

“Een ruzie met familie of je partner zit je nogal dwars.” Aldus mijn horoscoop uit een damesblad van vorige week. Ik lees hem pas nu en heb de hele week geen ruzie gehad, noch zat me anderszins iets dwars in mijn relatie met familie dan wel vriend.

stier

Tijdschrifthoroscopen sla ik altijd over. Waarom zou iedereen die toevallig ook tussen 21 april en 20 mei geboren is de komende week hetzelfde gaan meemaken als ik?

Toch bestaat er een belangrijk, wellicht verrassend, historisch verband tussen wiskunde en astrologie. Astrologie was namelijk lange tijd een serieuze, dankbare toepassing van de wiskunde, in een tijd dat toepassingen waarvan iedereen het nut nu inziet (GPS, beveiligd internetbankieren, computers, modellen om het weer te voorspellen enzovoort enzovoort) nog verre toekomstmuziek waren.

Ontkennen dat hemellichamen invloed hebben op het leven hier op aarde kan natuurlijk niet: al het leven bestaat dankzij de energie van de zon, wanneer de zon aan de hemel staat gaan we aan het werk en als de zon onder is slapen we, en de positie van de maan beïnvloedt duidelijk hoe hoog het water staat. Maar dat de relatieve positie van planeten, zoals we die vanaf de aarde zien, kan beïnvloeden hoe ons leven verloopt, hoe ons karakter is of bepaalt welke beslissing je het beste kan nemen… Nee, daar laten de meeste mensen zich tegenwoordig niet door leiden.

Maar dat is dus niet altijd zo geweest: in de middeleeuwse islamitische wiskunde (die zeer hoog ontwikkeld was, terwijl West-Europa zich in de donkere middeleeuwen bevond) waren horoscopen een belangrijke aanleiding voor onderzoek. Islamitische theologen hadden wel bezwaar tegen astrologie, maar omdat het ook nuttig was de richting van Mekka of precieze gebedstijden te kunnen berekenen, kwamen de wetenschappers daar vaak wel mee weg.

Een astroloog moest in staat zijn de precieze stand van de hemellichamen op elk gegeven moment te kunnen uitrekenen, want hoe beter hij dat kon, hoe beter de voorspelling en hoe hoger zijn status. Zo’n horoscoop werd trouwens meestal berekend voor het precieze geboortemoment van één persoon, dit in tegenstelling tot de damesbladhoroscoop van hierboven.

Voor die berekeningen waren astronomische tabellen nodig met een heleboel gegevens. Als die tabellen na verloop van tijd niet meer helemaal klopten met de waarnemingen, moesten ze worden aangepast, waar ingewikkelde meetkunde bij nodig was. Een goede astroloog was dan ook geschoold in geavanceerde wiskunde, bijvoorbeeld die uit de Griekse oudheid. Veel wiskunde uit de Griekse oudheid is dankzij de islamitische wereld bewaard gebleven.

De astrologie gaf wiskunde en astronomie dus maatschappelijke relevantie, zorgde voor behoefte aan wiskundeonderwijs, en bovendien was deze toepasbaarheid goed voor het imago van de wiskunde (net als nu eigenlijk, al zijn de toepassingen heel anders).

Ook beroemde Europese wetenschappers als Tycho Brahe en Galileo Galilei werkten aan astrologie. Omdat dat zó niet past bij ons ideaalbeeld van de rationele wetenschap, vergeten we dit soort historische feiten misschien liever. Maar het is interessant om te zien hoe anders mensen, en dus ook wetenschappers, vroeger naar het universum keken.


Mozaïeken

In Grapjes,Kunst, door Jeanine
13-12-2009

Een cartoon van Cathy Wilcox over het ontstaan van die prachtige Islamitische mozaïeken! (Gevonden via Marcus du Sautoy.)

wilcoxislamic


12-10-2009

Deze column verscheen in de Volkskrant van 10 oktober.

“Want ik heb heimwee naar een tijd die ik niet ken. En ik weet zeker dat ik in de foute eeuw geboren ben. 'k Wil draven door de velden. 'k Wil meedoen met de helden,” hoorde ik Guus Meeuwis laatst zingen. “'k Wil wonen op een groot en machtig slot. En getroffen worden door een kogelschot. Want in deze tijd verveel ik me kapot.”

kasteel

Nou denk ik helemaal niet dat ik in de foute eeuw geboren ben. Er is nauwelijks een betere eeuw geweest om geboren te worden, zeker als een in wetenschap geïnteresseerde vrouw. En een kogelschot lijkt me ook niet echt een pretje. Maar ik vroeg me wel af: wat zou als wiskundige nou eigenlijk de spannendste eeuw zijn geweest om in te leven?

Niet deze. Niet alleen is het in onze tijd onmogelijk om een uomo universale te zijn, het is zelfs onmogelijk om de hele wiskunde te overzien, en er zijn maar weinig wiskundigen die aan de top staan van meer dan één wiskundig deelgebied. En dat is jammer, want al die verschillende vakgebieden hebben elkaar ook van alles te bieden. Dus als wiskundige zou ik liever in een eeuw geboren zijn waarin de hele wiskunde binnen een mensenleven nog een beetje behapbaar was, en er nog meer fundamenteels te ontdekken was.

Die ideale eeuw ligt zeker ook niet in de door Guus Meeuwis bezongen middeleeuwen, niet in onze regionen tenminste. In het Islamitische Midden-Oosten misschien wel. Terwijl onze ridders en helden elkaar aan hun lans regen, en terwijl onze monniken baden en met een beetje geluk wat wiskunde onderwezen op de kloosterscholen of uitrekenden wanneer het Pasen was, vertaalden de wetenschappers in de Islamitische wereld de belangrijkste teksten van de Griekse oudheid in het Arabisch, waardoor een groot deel voor ons bewaard gebleven is, en ontwikkelden ze zelf indrukwekkende nieuwe wiskunde.

Om wat dichter bij huis te blijven: ik denk dat het Nederland van de zeventiende eeuw een goede kandidaat is. Onze zeventiende eeuw wordt natuurlijk niet voor niets de Gouden Eeuw genoemd. Er heerste voorspoed in de Republiek. En ook voor wiskundigen was het hier goed toeven: Descartes bracht zijn controversiële werken hier uit, want hier was vrijheid.

Ook Christiaan Huygens, Willebrord Snellius, Ludolph van Ceulen en Frans van Schooten Jr. waren creatieve wiskundigen. En spannend was het ook! Er heerste een sterk polemische cultuur. In pamfletten en andere teksten daagde men elkaar uit tot het oplossen van problemen, en bluf en grootspraak waren daarbij niet van de lucht, net zoals snedige geschriften waarin de al dan niet foutieve oplossingen van anderen subtiel of minder subtiel werden afgekraakt. Voer voor de wetenschapshistorici van nu!

De wiskundigen uit de zeventiende eeuw voldoen ook nog eens min of meer aan de dromen van Guus Meeuwis: Snellius dwaalde door de velden rond Leiden voor zijn landmetingen, Descartes woonde op een kasteeltje in Oegstgeest, en Jan de Witt, die behalve staatsman ook een begenadigd wiskundige was, kwam na de bekende lynchpartij om het leven door een nekschot.