Wiskundemeisjes
"There ain't no such thing as a free lunch", luidt het bekende gezegde. Maar dat is niet waar! Op het symposium Blik op oneindig georganiseerd door De Leidsche Flesch krijg je echt een gratis lunch.
Nog mooier dan die gratis lunch is het programma op woensdag 18 november, met voordrachten van wiskundigen K.P. Hart en Tom Verhoeff, natuurkundige Leo Kouwenhoven, sterrenkundige Vincent Icke en alleskunner Robbert Dijkgraaf. De dag begint met de Vlaamse wiskundige Jean Paul van Bendegem, naar wiens boek Over wat ik nog wil schrijven ik al tijden erg benieuwd ben.

Na het zien van de kaft, heb ik tevergeefs een recensie-exemplaar aangevraagd en daarna vergeet ik het steeds te bestellen. Misschien neemt Van Bendegem wat boeken naar Leiden mee om te verkopen de 18de? Ik ben er in elk geval bij die dag. Als je ook wilt komen, schrijf je dan snel in op de symposiumsite.
Komende maandag, 15 juni, organiseren USCKI Incognito (de Utrechtse Studievereniging voor Cognitieve Kunstmatige Intelligentie) en het Studium Generale van de Universiteit Utrecht het symposium Infinity: The Final Countdown.

Van de website:
Oneindigheid, in praktijk lijkt het nauwelijks voor te komen. We staan nooit oneindig lang in de file en op onze spaarrekening staat helaas nooit oneindig veel geld. Gek toch, dat daarentegen in bijna elk academisch vakgebied oneindigheid wel opduikt. Oneindigheid lijkt wat dat betreft wel één van de meest interdisciplinaire onderwerpen die er bestaan. Sommige vakgebieden worstelen al eeuwenlang met de implicaties die dit onderwerp met zich meebrengt, andere omarmen deze juist. Zo probeert de filosofie al vanaf de tijd van Aristoteles oneindigheid een plek te geven binnen haar denkwijze, terwijl zowel de wiskunde als de natuurkunde juist door dit gegeven kunnen putten uit een rijke bron van theorieën. Je zou dus kunnen zeggen dat oneindigheid voor sommigen een beperking is, maar voor anderen een wereld van mogelijkheden.
Jan Willem Klop en Hans Zantema gaan in op oneindigheid in de informatica, in het bijzonder op oneindige rijen ("stromen"). Pieter Sjoerd Hasper spreekt over oneindigheid in de filosofie. En wiskundige Bart de Smit vertelt over oneindigheid in de litho "Prentententoonstelling" van M.C. Escher.
Kijk hier voor het programma, de samenvattingen en een inschrijfformuliertje.
In september ging ik naar het symposium ter ere van de 90ste verjaardag van N.G. de Bruijn. Hier schreef ik toen wat over hem.

Voor wie er niet naar toe kon: sinds kort staat een filmpje van de voordracht "Terugblik", die De Bruijn daar zelf gaf, online, net als de felicitatiebrieven die hij gebundeld van een boel bevriende collega's kreeg!
Donald Knuth begint zijn brief bijvoorbeeld met:
"I am so sorry that I forgot to send you a letter of congratulations on March 26, because that was the day on which you were exactly 32768 days old.
Soon you will be 90 years old, and that fact does have nontrivial interest from a linguistic standpoint, because of words like "nonagenarian". But I'm sure you agree that 215 is a much more interesting number than 90. Alas, I missed my chance for that one. The best I can do now is to send this belated letter, to celebrate the 32869th day after your birth. (Not only is 32869 a prime, it's also the number of permutations of \(\) that do not contain the pattern 253 except in the context 42513, according to Claesson, Dukes, and Kitaev.)"
Op 9 juli is professor N.G. (Dick) de Bruijn 90 jaar geworden. Daarom vindt er op vrijdag 5 september aanstaande op de TU in Eindhoven een symposium plaats ter ere van hem en zijn bijdragen aan vele uiteenlopende takken van de wiskunde en informatica. De sprekers zijn Herman Geuvers (Radboud Universiteit Nijmegen en TU/e), Fairouz Kamareddine (Heriot-Watt University, Edinburgh, UK), Guido Janssen (Philips Research Laboratories), Jan van de Craats (Universiteit van Amsterdam) en N.G. (Dick) de Bruijn zelf. Op deze pagina is alle informatie over het symposium te vinden.

De Bruijn heeft een indrukwekkende publicatielijst op internet staan (zie hier en klik verder in de linkerbalk), en een groot deel van zijn artikelen zijn via deze link ook helemaal te lezen. Een zeer toegankelijke aanrader is zijn afscheidsrede uit 1984 (verschenen in het Nieuw Archief in 1985): Omzien in bewondering. Twee mooie citaten uit zijn rede staan hieronder. Het eerste gaat over het bewonderen van personen (p.106), het tweede over het bewonderen van stukjes wiskunde (p. 107).
Bij het bewonderen van personen schijnt een algemene regel te zijn dat wij bewonderen wat boven ons, maar niet te ver boven ons ligt. Het zo goed als onbereikbare wordt niet vaak bewonderd. Wij bewonderen meestal iets dat ons de illusie geeft dat wij er naartoe zouden kunnen groeien. Ik wil niet zeggen dat iedereen altijd zijn oordeel zo sterk door gedachten aan competitie laat beheersen, maar een vrij algemeen effect is het wèl. De man die in bad zingt kan denken dat het echt lijkt op wat de beroemde grote zangers voortbrengen, mits de badkamer voldoende galmt en mits de bader niet gehinderd wordt door muzikaal onderscheidingsvermogen. Desnoods zal hij door het onderduwen van een zeepbakje kunnen denken dat hij de opwaartse druk in vloeistoffen even goed had kunnen ontdekken als Archimedes. Maar dingen die ver boven zijn bevattingsvermogen liggen zal hij zelfs niet kunnen willen kunnen.
Als ik enige voorbeelden geef van bewonderenswaardige stukjes wiskunde dan zullen die op persoonlijke motieven gekozen zijn, in samenhang met eigen ontwikkelingsgeschiedenis en eigen tekortkomingen. Het zijn zaken van middelmatig grote omvang, met een harmonische opbouw. In enkele, maar lang niet in alle, worden vragen beantwoord die ik misschien wel zelf had kunnen stellen, soms aangepakt op een manier die ik misschien zelf had kunnen bedenken. Om te kunnen bewonderen stel ik me blijkbaar de eis dat er een duidelijke grondslag is en dat ik, van ieder punt uit, de weg naar de grondslag in zijn geheel kan overzien. Liefst moet ik het bij iedere hernieuwde kennismaking wéér mooi kunnen vinden, ook als de verwondering over verrassende wendingen reeds lang is vervaagd. Belangrijk is ook dat er een redelijk samenhangend complex van nieuwe begrippen wordt opgebouwd, maar dat over het geheel genomen de definitiedichtheid niet groot is.
Over welke bewonderde personen en stukjes wiskunde De Bruijn verder sprak, kun je in zijn rede lezen.