Wiskundemeisjes

Ionica & Jeanine
 
Slik Internetbureau Rotterdam Internetbureau Rotterdam



  • Laatste Reacties

Categorieën

Archief

Waarom baby’s echt een kruikje nodig hebben.


In Column, door Ionica

Deze column verscheen vandaag in de Volkskrant.

Een paar weken geleden vroeg ik aan een zwangere vriendin wanneer ze uitgerekend was. Ze grapte dat het nog veel leuker zou zijn om aan een wiskundemeisje te kunnen vragen wanneer zij uitgerekend was. Op dat moment wist ik zelf nét dat ik zwanger was, dus ik glimlachte en antwoordde maar even niet. Inmiddels wordt mijn buik langzaam boller en kan ik van de daken schreeuwen dat ik in november ben uitgerekend.

De komende maanden gaan mijn vriend en ik rustig de babykamer inrichten. De lijst van wat je allemaal nodig hebt voor een baby is angstaanjagend (om over de gedachte aan de bevalling nog maar te zwijgen). Eén van de dingen die me verbaasde waren de steeds genoemde kruikjes. Waarom heeft een baby een kruikje nodig? Het is toch lekker warm onder een dekentje, ook zonder een fles met warm water?


Voorbeeld van een zeer tevreden slapende baby. Het is niet bekend of er een kruikje onder de deken ligt.

Voorbeeld van een zeer tevreden slapende baby. Het is niet bekend of er een kruikje onder de deken ligt.


Een dag later schoot het juiste antwoord me te binnen: baby’s koelen natuurlijk veel sneller af dan volwassenen, omdat ze in verhouding een veel groter huidoppervlak hebben dan wij. Dat komt doordat bij groei het volume sterker toeneemt dan het oppervlak.

Denk om het makkelijker te maken even aan een kubus (met excuses aan mijn toekomstige baby, die hopelijk meer op zijn vader lijkt dan op een kubus). Vergelijk een kleine kubus met zijden van één centimeter met een iets grotere kubus met zijden van tien centimeter. De kleine kubus heeft zes zijvlakken met elk een oppervlakte van één vierkante centimeter, in totaal dus een oppervlakte van zes vierkante centimeter. Vanzelfsprekend is de inhoud één kubieke centimeter. De grote kubus heeft een totale oppervlakte van zeshonderd vierkant centimeter en een inhoud van duizend kubieke centimeter.

De grote kubus heeft dus honderd keer zoveel oppervlakte als de kleine en maar liefst duizend keer zoveel inhoud. Dat betekent dat de kleine kubus in verhouding tien keer meer oppervlakte heeft. Natuurlijk komt dit doordat oppervlakte kwadratisch groeit bij het vergroten van de zijden en de inhoud met een derde macht. Ook voor andere vormen dan kubussen zullen kleine voorwerpen in verhouding meer oppervlak hebben dan grote.


Voorbeeld van iets groots.

Voorbeeld van een groot voorwerp.


Dit verschil tussen groot en klein verklaart allerlei verschijnselen in het dierenrijk. Zoogdieren raken warmte kwijt via hun huid en kleine dieren hebben in verhouding meer huid. Daardoor koelen ze makkelijker af dan grote dieren. Muizen en andere kleine knaagdieren raken zo makkelijk warmte kwijt, dat ze niet kunnen overleven in koude klimaten. Heel grote dieren hebben juist weer het probleem dat ze te weinig huid hebben om alle warmte kwijt te raken. Olifanten hebben hun enorme oren dan ook niet om beter mee te horen, maar om dankzij de extra huid meer warmte kwijt te raken.

Maar terug naar mensen: baby’s koelen met hun relatief grote, naar babylotion ruikende, huidoppervlak snel af. Kortom: ik ga maar eens op zoek naar lieve kruikjes. En luiers. En een bedje.